Wanneer mistlichten aan?

Op de juiste manier mistlampen gebruiken

DEKRA geeft tips

DEKRA-experts adviseren bestuurders om alert te blijven op de vraag: wanneer mistlichten aan? De automatische lichtregeling in moderne auto’s neemt bestuurders veel werk uit handen: het dimlicht wordt automatisch ingeschakeld zodra het donker wordt of wanneer men een parkeergarage of tunnel binnenrijdt. Maar bij mist en andere situaties met vaag of verspreid licht, zoals bij bewolking, werkt het automatische systeem vaak niet optimaal.

Hieronder staan een aantal tips voor wanneer mistlichten aan moeten:

  1. Vertrouw niet zomaar op automatische verlichting. Automatische systemen werken vaak niet optimaal bij mist, motregen of opspattend water.
  2. Gebruik dagrij-verlichting niet bij slechte zichtbaarheid. Dagrij-verlichting is minder fel en schakelt de achterlichten uit. Schakel in plaats daarvan het dimlicht in.
  3. Schakel mistlichten in bij zicht onder de 200 meter. Mistlichten verbeteren de zichtbaarheid in wazig licht door breder licht te geven en de weg beter te verlichten.
  4. Gebruik de achterste mistlamp bij zicht onder de 50 meter. Dit maakt je voertuig beter zichtbaar voor achteropkomend verkeer, maar schakel deze uit zodra de mist optrekt om verblinding te voorkomen.
  5. Pas je snelheid aan en houd voldoende afstand. Bij slechte zichtbaarheid is het cruciaal om langzamer te rijden en voldoende afstand te houden.
  6. Gebruik groot licht niet in de mist. Groot licht reflecteert door mistdruppels of sneeuwvlokken en kan verblinden.
  7. Schakel mistlampen in bij rijden in de mist en donker. Combineer mistlampen met dimlicht voor optimale zichtbaarheid, maar wees voorzichtig met tegenliggers om verblinding te voorkomen.
Imagetext template (4)

Automatische verlichting

"Automatische verlichting heeft de veiligheid aanzienlijk verbeterd. Echter, moet je niet blindelings vertrouwen op de technologie," zegt Denis Preissner, ongevalsonderzoeker bij DEKRA. "De lichtsensoren in veel voertuigen onderscheiden alleen licht en donker en schakelen bij mist, motregen of opspattend water meestal alleen de dagrij-verlichting in, maar niet het dimlicht. Wanneer mistlichten nodig zijn, is het belangrijk om handmatig in te grijpen. De sensoren in de nieuwste voertuigen worden steeds gevoeliger, maar het blijft belangrijk om alert te blijven en aandacht te besteden aan de verlichtingsinstellingen."

  • Sommige situaties vereisen het handmatig inschakelen van het dimlicht.
  • Wanneer de dagrij-verlichting aan is, blijven de achterlichten uit.
  • Bij slechte zichtbaarheid je snelheid aanpassen en afstand houden.

Vraag jezelf altijd af: wanneer mistlichten inschakelen voor optimale veiligheid?

Dagrij-verlichting is niet voldoende bij slechte zichtbaarheid 

In de modus van dagrij-verlichting zijn de koplampen minder fel en worden de achterlichten volledig uitgeschakeld. Dit maakt het voertuig veel moeilijker zichtbaar van voren en van achteren, waardoor gevaarlijkere situaties makkelijker kunnen ontstaan. In dergelijke situaties, wanneer mistlichten nodig zijn, moeten bestuurders daarom zelf naar de lichtschakelaar grijpen en het dimlicht inschakelen. "Hoe eerder, hoe beter," zegt Preissner. 

De zichtbaarheid in wazig licht verbetert meestal wanneer mistlichten aan worden gezet. Deze geven breder licht dan normale dimlichten en verlichten de weg beter op korte afstand. Vaak wanneer het zicht minder dan 200 meter is, worden de voorste mistlampen aangezet. Pas wel op met het gebruik ervan, want het licht kan het zicht van tegenliggers belemmeren.  

"Rijd je in de mist en het is donker? Schakel dan, indien beschikbaar, je mistlampen in naast het dimlicht voor optimale zichtbaarheid en goede wegverlichting" zegt Preissner. "De lampen met groot licht kunnen echter erg fel zijn en hebben weinig nut in de mist of sneeuw. Dit licht reflecteert door de mistdruppels of sneeuwvlokken en verslechteren daardoor de zichtbaarheid van de bestuurder door verblinding." 

DEKRA_winter-check_009_website_4k

Wanneer de zichtbaarheid onder de 50 meter is,              schakel de achterste mistlamp in

Wanneer de zichtbaarheid onder de 50 meter ligt, wordt het aanbevolen om de achterste mistlamp in te schakelen voor meer veiligheid. Zelfs bij dichte mist kan je eigen voertuig eerder worden herkend door het achteropkomend verkeer dankzij het felle achterlicht. Je moet echter ook langzaam rijden; sommige landen beperken de snelheid tot 50 km per uur wanneer mistlichten verplicht zijn. Zodra de mist optrekt, moet het felle licht weer worden uitgeschakeld om te voorkomen dat je andere weggebruikers verblindt. 

‘Pas je snelheid aan, houd afstand en volg nooit voertuigen die snel rijden van dichtbij’ 

"Vergeet de belangrijkste regels voor het rijden in de mist niet," benadrukt ongevalsonderzoeker Preissner. "Die zijn: pas je snelheid aan, houd afstand en volg nooit voertuigen die snel rijden van dichtbij. Anders loop je het risico op de typische kettingbotsingen in de mist. "Deze kunnen alleen worden vermeden als je op elk moment kunt stoppen binnen de zichtbare afstand. Op rijstroken die zo smal zijn dat tegenliggers in gevaar kunnen komen, moet je in staat zijn om te stoppen binnen de helft van de zichtbare afstand. Vertrouw niet alleen op technologie, maar Weet wanneer mistlichten nodig zijn en zorg dat je altijd goed zichtbaar bent bij slechte weersomstandigheden.

Wil je meer weten over verkeersveiligheid? Lees dan ook onze andere blogs of neem contact met ons op. Samen zorgen we voor veiliger verkeer. 

Wil je meer weten over verkeersveiligheid?

ln de DEKRA Automotive shop boekt u diensten en producten voor de veiligheid van uw voertuig. Van oldtimer tot elektrische auto. En van camper tot aanhanger. Onze experts staan voor u klaar en geven een onafhankelijk en deskundig oordeel.

DEKRA_Claim-English-white-RGB